Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de Koning zal antwoorden en tot hen zeggen: Voorwaar zeg Ik u: Voor zoveel gij [dit] een van deze Mijn minste broeders gedaan hebt, [33]zo hebt gij [dat] Mij gedaan. 33. Dat is, dat zal ik achten alsof zulks mijzelven gedaan ware. Hand.9:4.